Tussen-n of niet? Pannekoek of pannenkoek? Die vraag bezorgt taalgebruikers veel hoofdbrekens. In dit artikel vind je een heldere uitleg over de regels voor de tussen-n in samenstellingen en afleidingen.
De tussen-n is, samen met de tussen-s, een van de lastigste taalkwesties in het Nederlands. Hoewel er duidelijke regels zijn voor de tussen-n, zijn er ook uitzonderingen op die regels. Daar komt bij dat de uitspraak van een woord je niet helpt als je wilt bepalen of een tussen-n schrijft tussen twee (delen van) woorden.
De leidraad van Het Groene Boekje beschrijft de regels voor het gebruik van de tussen-n in de Nederlandse spelling. Als je jouw tekst volgens de officiële spelling wilt schrijven, dan moet je rekening houden met deze regels. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen samenstellingen en afleidingen.
Tussen-n in samenstellingen
Samenstellingen zijn woorden die bestaan uit delen die ook los kunnen voorkomen. Deze delen zijn vaak zelfstandige naamwoorden. De samenstelling pannenkoek bestaat bijvoorbeeld uit de zelfstandige naamwoorden pan en koek. Beide delen moet je aaneenschrijven. Maar schrijf je dan een tussen-n? De hoofdregel biedt uitsluitsel:
Hoofdregel. In een samenstelling schrijf je een tussen-n als het linkerdeel een meervoud heeft op -en, maar geen meervoud op -es.
Het linkerdeel van pannenkoek is pan. Dit woord heeft een meervoud op -en, namelijk pannen. Daarom schrijf je een tussen-n, dus je krijgt pannenkoek.
Voorbeelden:
herenhuis (meervoud linkerdeel heren)
lerarenkamer (meervoud leraren of leraars)
gemeenteambtenaar (meervoud gemeenten of gemeentes)
aktetas (meervoud akten of aktes)
Tip
Wil je weten welke meervoudsvormen een woord heeft? Kijk dan in Het Groene Boekje of een woordenboek. De eerstgenoemde informatiebron kun je ook online raadplegen via Woordenlijst.org. Daar lees je bijvoorbeeld dat gemeente zowel het meervoud gemeenten als gemeentes heeft.
Uitzondering 1. In een samenstelling schrijf je geen tussen-n als het linkerdeel verwijst naar een persoon of zaak die in de betreffende situatie uniek is.
Van sommige personen of zaken is er in een bepaalde situatie maar één. Een voorbeeld: in zonnestraal verwijst zonne- bijvoorbeeld naar één zon, namelijk die in ons zonnestelsel. Omdat er hier maar één van is, zou het vreemd zijn om te spreken van *zonnenstraal. Daarom geldt voor dit soort woorden een uitzondering.
Voorbeelden:
Koninginnedag
maneschijn
hellegang
Uitzondering 2. In een samenstelling schrijf je geen tussen-n als het linkerdeel de betekenis versterkt.
Sommige bijvoeglijke naamwoorden hebben een linkerdeel dat de betekenis versterkt. Zo kun je met reuzeleuk zeggen dat iets heel erg leuk vindt in plaats van alleen maar leuk. Bij een linkerdeel als reuze- schrijf je geen tussen-n.
Voorbeelden:
apetrots
beregoed
boordevol
Let op
Deze uitzondering geldt niet voor woorden als duimendik, huizenhoog en urenlang. Het gaat hier namelijk om een vergelijking: zo dik als duimen, hoog als huizen et cetera.
Uitzondering 3. Bij een versteende samenstelling pas je de hoofdregel niet toe. Dat geldt ook voor woorden die op een samenstelling lijken.
Een versteende samenstelling is een samenstelling waarvan je één van de delen niet meer kunt herkennen. Dat deel kan ooit een woord geweest zijn met een eigen betekenis.
Een voorbeeld van een versteende samenstelling is bruidegom. Uit een artikel op de Etymologiebank blijkt dat dit een samenstelling is van bruid en gom. Oorspronkelijk had gom een eigen betekenis, maar nu niet meer. In zo’n versteende samenstelling pas je de hoofdregel niet toe.
Een woord dat op een samenstelling lijkt, is bolleboos. Zo vermeldt de Etymologiebank in een artikel dat bolleboos waarschijnlijk afkomstig is van het Jiddische woord balleboos, voor een belangrijke persoon. Het ligt dus niet voor de hand dat het een samenstelling is van de Nederlandse woorden bol en boos.
Voorbeelden:
apelazarus
ledemaat
ruggespraak
Tip
De schrijfwijze van versteende samenstellingen kun je het beste opzoeken of uit het hoofd leren.
Tussen-n in afleidingen
Afleidingen zijn woorden waarvan een deel niet los kan voorkomen. Vaak gaat het dan om een zelfstandig naamwoord als grondwoord met een achtervoegsel. De afleiding kosteloos bestaat bijvoorbeeld uit het zelfstandige naamwoord kost (zoals in de kost verdienen) en het achtervoegsel -loos.
Hoofdregel. In een afleiding schrijf je geen tussen-n.
In kosteloos schrijf je geen tussen-n, omdat het gaat om een afleiding. Het meervoud kosten heeft hier geen invloed op. Volgens de officiële spelling is *kostenloos dan ook niet correct.
Voorbeelden:
plaatselijk
gemeentelijk
grenzeloos
stateloos
Uitzondering. In een afleiding met -achtig, -dom of -schap schrijf je een tussen-n als het grondwoord een meervoud heeft op -en, maar geen meervoud op -es.
Het linkerdeel van vorstendom is vorst. Dit grondwoord heeft een meervoud op -en, namelijk vorsten. Daarom schrijf je een tussen-n, dus je krijgt vorstendom.
Voorbeelden:
deskundigenschap (meervoud grondwoord deskundigen)
sterrendom (meervoud sterren)
heideachtig (meervoud heiden of heides)
lenteachtig (meervoud lentes)
Let op
Zoals je wellicht is opgevallen, komt deze uitzondering overeen met de hoofdregel voor de tussen-n in samenstellingen. Ook hier moet je dus kijken naar het meervoud.
Bron: Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2010), Etymologiebank, op http://etymologiebank.nl/
Afbeelding gebruikt onder licentie van Shutterstock.com